Darwin en het geneticadrama De miljoenen overgangsmodellen ontbreken Evolutie en de natuurwetten Aardlagen, sedimenten en fossielen Evolutionistische dateringsmethodes Dogmatisme en vooronderstelling Nawoord Over VerzwegenWetenschap Inhoud Darwin en het geneticadrama De miljoenen overgangsmodellen ontbreken Evolutie en de natuurwetten Aardlagen, sedimenten en fossielen Evolutionistische dateringsmethodes Dogmatisme en vooronderstelling Nawoord Over VerzwegenWetenschap Inhoud


NAWOORD: WAT NU?


Aan het eind van dit grote onderzoek kan je jezelf de vraag stellen: Is de evolutietheorie wel of niet waar?

Mijn persoonlijke mening, en die baseer ik op de feiten en uiteenzettingen in de vorige hoofdstukken, is dat de evolutieleer ten dele waar is. Zo'n 50% van de evolutietheorie is gebaseerd op empirisch gecontroleerde feiten. De andere 50% echter niet, en die 50% is zelfs onmogelijk. Echter, de aannames van deze tweede 50% waren al aangenomen voordat men de wetenschappelijke onderbouwing had – en al voordat men kon weten dat het onmogelijk was.

Darwin had volkomen gelijk in dat er zich op aarde evolutionaire processen afspelen (in ieder geval, organismen passen zich aan). Echter, omdat het Darwinisme zó populair werd voordat er uberhaupt een wetenschappelijke onderbouwing en goede onderzoeken naar gedaan waren is men de rol van die processen ernstig gaan overschatten. Het grote verschil tussen micro- en macro-evolutie is altijd wegberedeneerd. Het ontbreken van de overgangsvormen idem dito.

Er is volgens mij maar één conclusie: alle dieren op aarde zijn terug te voeren naar één oersoort. Het nageslacht van deze oersoort is door recombinatie en genetisch verval opgedeeld in talloze ondersoorten die bestaan uit (delen) van het DNA van de oersoort. De evolutionaire lijn is daarom ook niet opwaarts, maar enkel en alleen neerwaarts (van de genetisch sterke hond naar de genetisch arme poedel; van het genetisch rijke paard tot het gedegeneerde ezeltje). Er is dus evolutie binnen de soort maar niet tussen soorten.

Dit leidt tot de conclusie dat er ooit van iedere diersoort (dus: grondsoort, genus) één paar geschapen moet zijn. Dit is in lijn met álles wat we vinden in de aardlagen en álles wat signaleren op aarde. Dit is in lijn met de hoofdwetten van de thermodynamica, met de informatiewetten en intelligentiebeginselen, met de aard van onze planeet en de afstelling van ons universum. Geloven in een vorm van creatie is niet onwetenschappelijk. Aangezien alles op aarde waar een ontwerp in zit óók is ontstaan via een creatie en de mens zélf ook creativiteit heeft is het geloof dat de intelligentie op aarde ook een oorsprong in creatie/creativiteit juist logischer. Het zijn de verstokte evolutionisten die subjectief zijn, omdat zij creatie en een scheppende intelligentie bij voorbaat uitsluiten! Creatie is een wetenschappelijke vaststelling en theorie die niet gerelateerd is aan een geloof of religie. Ze is niet meer aan een levensfilosofie onderhevig dan het atheïstische evolutionisme. Zelf geloof ik in creatie, en ik ben ervan overtuigd dat wetenschap gebaseerd moet zijn op empirische feiten en niet op een levensbeschouwing. Ik beroep mij daarom niet op een geloof, maar op de wetenschappelijke feiten die ik uiteen heb gezet in de vorige hoofdstukken. Als ik mij op net zo weinig wetenschappelijke feiten zou beroepen als evolutionisten, dan zou ik geen wetenschap propaganderen, maar geloof.

Er is simpelweg géén bewijsgrond om te geloven in evolutie tussen soorten vanuit een eencellige, zelfs niet van het ontstaan van die eencellige – dus de bewijslast ligt daarom bij de evolutionisten. Een wetenschappelijk correcte en niet door taulogie doordrongen argumentatie heb ik nog nooit gehoord. Een van de ernstigste fouten die de wetenschap heeft gemaakt, is het massaal propageren van één theorie die onbewezen is. Dr. Collin Patterson (hoofdpaleontoloog, Brits Museum voor Natuurgeschiedkunde te Londen) bracht dit ook ter sprake: "Vraag is: kun je me één ding vertellen over evolutie, iets wat wáár is? Om het even wat? Ik probeerde deze vraag op de geologische staf van het Veldmuseum van Natuurgeschiedkunde en het enige antwoord dat ik kreeg was stilte. Ik probeerde het op de leden van het Evolutionair Morfologisch Seminarie in de Universiteit van Chicago, en al wat ik daar kreeg was een lange stilte, tot een persoon eindelijk zei: Ik weet één ding - het hoort niet onderwezen te worden op de middelbare scholen."

Een andere grote fout die de darwinistische geleerden gemaakt hebben, is de inconsistenties en tegenbewijzen te negeren en weg te laten in alle publicaties, waardoor latere geleerden niet beter wisten dan dat de theorie sluitend was. Zelfs in 1871 was er al twijfel over de fundamenten van de evolutietheorie. St. George Mivart bracht toen zijn kritieken samen, op de volgende wijze: “Wat naar voren gebracht moet worden (tegen Darwinisme) kan als volgt worden opgesomd: Dat natuurlijke selectie niet in staat is om verantwoordelijk te zijn voor de afzonderlijke evolutionaire stadia van bruikbare structuren. (…) Dat de opinie dat soorten zeer harde grenzen hebben aan hun variabiliteit nog steeds houdbaar is. Dat vele overgangsfossielen afwezig zijn, die volgens verwachting aanwezig moeten zijn. (…) Dat er vele opmerkelijke fenomenen in organische structuren zijn waarover natuurlijke selectie geen lichtwerpt.”
De oplettende lezer zal opvallen dat er eigenlijk niets is veranderd in 130 jaar. Evolutionisme heeft nog steeds geen antwoord op het feit dat de verschillende stadia onmogelijk door natuurlijke selectie gevormd kunnen zijn omdat ze niet werken als ze niet af zijn. Er is nog steeds eerlijkheid van evolutionistische zijde omtrent de grenzen aan de variabiliteit (namelijk de grenzen van de genus of grondsoort). Er zijn nog steeds geen overgangsmodellen gevonden, terwijl een enorm deel van de aardlagen op aarde is uitgekamd. Er zijn nog steeds talloze processen in organismen die niet verklaard kunnen worden door natuurlijke selectie.

De hele aard van de biologie en het leven, waarin de grondsoorten nergens in elkaar overlopen maar zijn gescheiden door enorme genetische kloven, en waarin alle dieren terug te voeren zijn naar grondsoorten met daartussen enorme hiaten, pleit voor creatie . Ze zijn niet in lijn te brengen met evolutie. Dit wordt nog eens onderstreept met de feiten dat mutaties niet in staat zijn een genetisch evolutiemechanisme te vormen en dat 67% van de genen van een zoogdier uberhaupt niet kan variëren of veranderen.


En nog steeds hoor je hier niets over in de media en in wetenschappelijke uitgaves.
Die spelen mooi weer en doen alsof het darwinisme bewijs op bewijs aan zijn zijde ontvangt! De vraag is: Wat nu?

Ik laat jou de keus. Ik hoop alleen dat je eerlijk naar feiten kijkt. Weet alleen wel, dat als evolutie werkelijk zou bestaan, er geen twijfel over zou kunnen zijn. De bewijzen zouden voor zich spreken. Mensen als Behe en Denton zouden geen boeken vol kunnen schrijven over alle hiaten en onmogelijkheden. Er zou geen debat hoeven te zijn. We debatteren tenslotte ook niet over de wetten van thermodynamica, ook niet over de zwaartekracht, ook niet over natuurkundige zaken. En er zou al helemáál geen censuur hoeven te zijn zoals we in hoofdstuk 6 zagen. Integendeel.

Gelukkig zijn er steeds meer wetenschappers die het evolutionisme gedag zeggen en andere theorieën hebben ontwikkeld of op zijn minst het darwinistische idee van simpel-tot-complex-evolutie verwerpen. Echter, zij die de evolutiegedachte verwerpen worden doorgaans plotseling als pseudowetenschapper bestempeld en niet meer serieus genomen, en dús ook hun theorieën niet. Dat is de enige reden dat de andere wetenschappelijke stromingen weinig media-aandacht en toegang tot de educatie krijgen. Evolutiewetenschappers zijn goed in zichzelf als enige autoriteit te bestempelen, echter de reden dat zij dit zo krampachtig doen is enkel dat zij inhoudelijk het debat niet kunnen winnen.

Maar er is hoop aan de horizon. Ik zal in het kort boeiende ontwikkelingen tonen in de drie zuilen van de oorsprongstheoriën. Want, zoals gezegd zijn er meer en meer wetenschappers die de problemen rondom het darwinisme erkennen.


EVOLUTIONISTEN
Zoals we in paragraaf 2.8 gezien hebben komen steeds meer evolutionisten tot de erkenning dat er geen overgangsvormen te vinden zijn in de aardlagen. Traditionele evolutionisten blijven volhouden dat de missing links nog wel gevonden zullen worden, echter de meer realistische paleontologen erkennen het dilemma. Belangrijke evolutionisten als Gould en Eldredge hebben de theorie van sprongsgewijze evolutie ontwikkeld, die er vanuit gaat dat de evolutie niet geleidelijk, maar in sprongen is gegaan. Dit vanwege het feit dat we enkel grondsoorten tegenkomen op aarde. De sprongsgewijze gedachte is op zichzelf een concessie, maar het blijft een methode om de feiten te omzeilen en in simpel-tot-complex evolutie te kunnen blijven geloven.
Dit zelfde wegredeneren van problemen zien we in het kometendilemma, het winding-up dilemma, het faint youn sun paradox, de magnetische velden van planeten, etc. (hoofdstuk 5), waarbij onlogische hypotheses worden ontwikkeld om ondanks de tegenbewijzen te kunnen blijven geloven. Niet voor niets stappen wetenschappers die de feiten onder ogen zien vaak ‘uit' het evolutiekamp in het ‘kamp' van de Intelligent Design.

INTELLIGENT DESIGN
Deze stroming erkent dat het mechanisme van natuurlijke selectie (en mutatie) onmogelijk in staat is geweest de huidige biodiversiteit te ontwikkelen. Ook erkennen zij hoe de complexiteit van alleen al de allersimpelste levensvorm zó enorm en onbegrijpelijk is, dat dit niet door toevalsprocessen kan zijn ontstaan. Volgens de Intelligent Design stroming is geleidelijke evolutie geen verklaring voor de talloze 'onherleidbaar complexe structuren' die het leven rijk is. Daarom komen zij tot de conclusie dat er een ontwerp moet zijn geweest. Dit uit zich in verschillende theoriën – Michael Behe bijvoorbeeld gelooft dat de vroege levensvorm gecreëerd moet zijn en daarna geëvolueerd is. Andere geleerden in deze stroming geloven in een (hogere) intelligentie die grondsoorten gecreëerd heeft met de mogelijkheid tot variatie, omdat dat de enige verklaring is op basis van de huidige natuur en de aardlagen waarvoor geen fantasierijke en onwetenschappelijke aannames voor gedaan moeten worden (zoals binnen evolutionisme wel het geval is).
Persoonlijk geloof ik dat de Intelligent Design de meest objectieve stroming is, omdat ze niet bij voorbaat werkt vanuit het concept van materalistisch atheïsme (zoals evolutionisme) of theïstische directe creatie (zoals creationisme) – de stroming legt beide mogelijkheden open, maar erkent dat toevalsprocessen niet voor de intelligentie op aarde hebben kunnen zorgen.

CREATIONISME
Het creationisme benadert de geologie, biologie en andere wetenschappen vanuit een theïstisch denkkader, waar de evolutionist het benadert vanuit een atheïstisch en materialistisch denkkader. In tegenstelling tot het evolutionisme gaat zij uit van (speciale) creatie van de grondtypen en de mogelijkheid tot variatie daarbinnen. Het grote verschil tussen Intelligent Design en creationisme is dat de eerste stroming zich volledig op empirische wetenschap beroept, terwijl het creationisme de bijbel bij haar uitleg betrekt. Persoonlijk bestrijd ik de door evolutionisten gepropagandeerde gedachte dat het creationisme subjectief en onwetenschappelijk is, en wel vanwege de volgende redenen:

a) het creationisme is niet subjectiever dan evolutionisme; waar de creationist bij voorbaat in een schepper gelooft verwerpt de evolutionist een schepper bij voorbaat. In het evolutionisme worden meer wetenschappelijke feiten omzeild en verzwegen dan binnen het creationisme.
b) uiteindelijk gaat het niet om de gedachte waarmee wetenschap bedreven wordt, maar om de empirische feiten. Dat een wetenschap vanuit een vooronderstelling werkt betekent niet dat ze niet gelijk kan hebben! De stroming moet uiteindelijk niet beoordeeld worden op haar motief of haar filosofie (ook evolutionisme niet), maar op de feiten en bewijzen. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd, en dat heb ik in alle voorgaande hoofdstukken uitgebreid onderbouwd, dat aan evolutionisme alle bewijzen ontbreken. De evolutiewetenschap staat enkel nog overeind vanwege de filosofie erachter. En of de filosofie achter creationisme mensen nou wél of niet aanstaat, de bewijzen zijn nadrukkelijk méér in lijn met creatie. Want als er evolutie is geweest, dan zouden we letterlijk miljoenen tussenstadia moeten vinden in de aardlagen, en letterlijk miljoenen skeletten van aapmensen in de grond. Volgens creationisme zouden we in de aardlagen en in de natuur enkel volkomen ontwikkelde soorten moeten tegenkomen die nauwelijks veranderen. Ook de onmogelijkheid van macro-evolutie onkracht evolutie, en spreekt vóór creatie.
Zelfs prominente evolutionisten hebben toegegeven dat de meeste zaken creatie ondersteunen, en geen evolutie, echter zij blijven bij hun standpunt ‘omdat de bewijzen nog wel zullen komen'. Jammer genoeg zegt men dat al 150 jaar, en de bewijzen tegen evolutie nemen met onze kennis enkel toe. Hoe dan ook, uiteindelijk werkt iedere wetenschap wel vanuit een bepaalde gedachte; we moeten de wetenschapsstroming echter controleren op basis van de FEITEN.
c) de gedachte dat de aardse geologie voor een groot deel gevormd is door een wereldwijde overstroming is niet enkel gebaseerd op de bijbel, maar op zo'n 300 andere (eeuwenoude) historische bronnen van overal op aarde, onder alle volken. De evolutionistische gedachte dat de aardse geologie is ontstaan door alles-behalve-een-vloed in miljoenen jaren, is niet in lijn met observaties van de gevolgen van overstromingen op het landschap, noch met de aard van fossilatie, noch met het uiterlijk van de gevouwen aardlagen, noch met het gegeven dat 75% van de lagen op aarde is gevormd door water, noch met de historie, etc. Ze is gebaseerd op het gedachtegoed van één man: Darwin. Ze is ontstaan vanwege een krampachtige behoefte de evolutiegedachte te bevestigen.

Concluderend wil ik zeggen: neodarwinistische evolutie faalt. Je kan doen met deze informatie wat jezelf wil. Baseer je mening echter niet op wat je verteld wordt (ook niet wat ik je vertel), maar op feiten en bewijzen. Zoek naar de bewijzen achter theorieën in plaats van ze zomaar te accepteren.

Om je te helpen in de zoektocht zijn er een aantal bronnen die ik van harte bij je aanbeveel:

Boeken:

Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp; C. Dekker, R. van Woudenberg en R. Meester (red.) 2005, uitgeverij Ten Have, Kampen, ISBN 90 259 5483 9,
Dit boek is een uitgave waaraan meerdere wetenschappers hebben meegewerkt. Ze legt in het kort de problemen rondom darwinisme bloot en legt de wetenschappelijke bewijzen voor Intelligent Design uit in begrijpelijke taal. De kenners belichten allemaal hun eigen wetenschappelijke terrein.

Moderne wetenschap in de Bijbel; drs. Ben Hobrink.
Dit boek van de bioloog Ben Hobrink legt in een notendop uit waarom de evolutiegedachte onhoudbaar is in het licht van talloze wetenschappelijk feiten. Hobrink, die ooit zelf in evolutie geloofde, legt de talloze tegenbewijzen helder uit en baseert zich op de onderzoeken en uiteenzettingen van vele wetenschappers. Daarnaast richt Hobrink zich op de bijbel en de vele wetenschappelijke feiten die opgesloten liggen in dit boek, en werpt hij licht op de bewijzen voor creatie.

Darwins Black Box; Michael Behe
Behe is een van de belangrijkste personen in de amerikaanse Intelligent Design beweging. Hoewel hij geen christen of creationist is en in die zien onmogelijk van subjectiviteit beticht kan worden, maakt hij in zijn analyses als biochemicus tot in detail duidelijk hoe het darwinisme de variabiliteit heeft overschat en de theorie van Darwin geen antwoord geeft op talloze processen, systemen en biologische waarheden.

Websites:

Answers In Genesis – een netwerk van amerikaanse creationisten dat voorziet in studies over zeer uiteenlopende artikelen en studies van wetenschappers op alle gebieden.

Institute for Creation Research – een website van het institute met vele artikelen en onderzoeken.





© VerzwegenWetenschap.nl, 2007
Darwin en het geneticadrama De miljoenen overgangsmodellen ontbreken Evolutie en de natuurwetten Aardlagen, sedimenten en fossielen Evolutionistische dateringsmethodes Dogmatisme en vooronderstelling Nawoord Over VerzwegenWetenschap Inhoud